|
terug
naar archief
22 april 2000 -
Steven Le Poole
Boodschap van de Everest
"Frits en ik hebben nu acht nachten doorgebracht op 6400 meter. Ondanks dat we steeds beter acclimatiseren, voelen we dat de hoogte zijn tol gaat eisen. We besluiten tot een soort acclimatiseringeindsprint voor we afdalen.
Bijna iedereen binnen en buiten onze expeditie is in de tussentijd wel eens afgedaald naar BC om te herstellen. Redenen zijn meestal een zwak gevoel of gebrek aan herstelvermogen op 6400 meter. Het is moeilijk verklaarbaar waarom sommigen het wél volhouden en anderen niet. Conditie of hoogte-ervaring blijken in ieder geval geen garantie voor succes. Frits en ik hoopten het lang vol te houden in ABC en dat lijkt te lukken. Gelukkig blijken we ook te herstellen hier van onze tocht naar de North Col (7010 meter) al voelen we ons afzwakken. So far so good.
Onze hoop is nog steeds om 'summit ready', klaar voor een toppoging, te zijn voor we afdalen naar BC. Daarvoor willen we eigenlijk North Ridge Camp (7800 meter) aantikken en eventueel daar slapen. Geen gemakkelijke opgave - zeker als je niet goed uitgerust bent. Te meer omdat we de route erheen nog moeten zekeren en het kamp nog moeten opzetten. Maar dat kan nog een paar dagen duren: de sherpa's moeten rusten en de North Ridge is berucht om zijn harde wind. Ook trekt de lucht een beetje dicht.
Dit is de boodschap van Everest. Je kan alles wel mooi plannen maar de berg beslist en daar heb je je aan aan te passen. De logische keuze: afdalen met de rest naar BC, herstellen en naar boven als het weer goed is. We zijn dan wellicht beter uitgerust maar ook een week verder. Het alternatief: kijken hoe ver we kunnen komen en dan pas afdalen: de acclimatiseringeindsprint.
Frits en ik gaan voor de sprint. Dave en Adrian waren nog niet boven en willen alleen een drop maken. Hopelijk hebben Paul, Richard en Dave H. morgen de puf om ook te komen. Dan kunnen we samen North Ridge Camp opzetten. Het zou vrij makkelijk moeten gaan, de tweede keer omhoog wellicht een uur sneller. We nemen zelfs extra gewicht mee: vijf kilo aan eten, slaapzak, matje, donzen broek, donzen wanten.
Maar Godallemachtig, wat valt het tegen. Het is alsof er pap in onze benen zat, alsof we met een lege maag een marathon lopen. Het is ontzettend vermoeiend en we slepen ons, voortdurend kuchend, stap voor stap omhoog. Ondertussen is de wind opgestoken en is het gaan sneeuwen.
Na vijf uur en drie kwartier, ruim een uur langer dan de eerste keer, kom ik eindelijk boven met Dave A. Bek en bekaf. Adrian en Frits volgen iets later. In de tent zit ik trillend bij te komen. Dit was niet gewoon lekker bikkelen, maar regelrecht interen op je reserves. Dave A. weet nog iets van "character building stuff" uit te mompelen maar het is duidelijk een 'stretch'.
Het ergste van zo'n tocht is niet zozeer dat het zwaar is, maar vooral het onderhuidse besef dat je twee kilometer van de top al stuk zit. Dave A. en Adrian dalen om vijf uur af naar ABC. Stiekem benijden we elkaar. Zij ons omdat we niet meer omlaag hoeven en 'gewoon' kunnen gaan slapen. Wij hen omdat ze naar ABC gaan, beschut voor de wind, met gezelligheid en warm eten. De werkelijkheid valt mee: ze komen om half acht, volledig uitgeput, in het pikkedonker aan.
Frits en ik slapen vannacht voor het eerst boven ABC. Ineens is alles anders. Op ABC werd voor je gekookt, aten we in een eettent, en sliepen we ieder in een eigen tent. Nu moeten we ons verkleden in hetzelfde tentje (1.30 x 2.00 meter), spullen opslaan, sneeuw smelten, slapen, enz. Het is een soort rubik-kubus spel waarbij je verschillende kleurencombinaties moet maken. Je kan steeds maar één vakje (onderdeel) tegelijk verschuiven en de volgorde van bewegingen maakt ook weer uit. Bedenk dat je zo ongeveer de helft van de zuurstof, een derde van je IQ, en een kwart van je puf over hebt en succes voor een avondje gezelschapspellen is verzekerd.
Iedere functie heeft zo zijn eigen inrichting:
Combinatie sneeuw smelten is: Frits in slaapzak bij vestibule om sneeuw te scheppen, al zijn spullen netjes achter hem opgeruimd. Ik zit gehurkt in mijn zak en de kookset (plankje, pitje, gascilinder, lucifers, pannetje met sneeuw) ligt op mijn matje. Zodra het vlammetje aangaat is geen beweging meer geoorloofd, behalve Frits dan die extra sneeuw in het pannetje gooit. Je zou namelijk een donzen jas in het vlammetje kunnen houden of het pannetje omgooien. Zodra voldoende water kookt, schenken we het over in mokken. Dan héél voorzichtig zoeken naar soep, droogvoer of chocoladepoeder, dit bijvoegen en opdrinken. Het overige water gaat in de veldflessen. Pas als de pan buiten is en de mokken leeg, kan je weer ontspannen.
Combinatie slapen wordt: kookset naar buiten, rugzak en jas opvouwen als hoofdkussen, plasfles binnen handbereik (leeg, anders bevriest hij), zonnebril ophangen, schoenen, handschoenen, muts, en al het andere zó leggen dat de rijp van de nacht er niet in valt; camera, sokken, blistik, hoofdlamp in je slaapzak.
De details van combinatie plassen zal ik je maar besparen, maar het idee zal wel duidelijk zijn."
terug
naar archief
|