|
terug
naar archief
25 mei 2000 -
Steven Le Poole
Niet geschoten is altijd mis
"Met de moed der wanhoop lopen we de North Ridge op. De voorspelde windsnelheden vari‘ren van twintig knopen (goed te doen) tot zeventig knopen (je waait letterlijk van de berg af). De boosdoener is de jet-stream die te vroeg binnenkomt. Hoogstwaarschijnlijk waait het te hard voor een toppoging maar we willen de deur open houden.
Niet geschoten is altijd mis. We besluiten de North Ridge op te lopen tot 7800 meter. Als we fit zijn en de nieuwe weersvoorspelling goed is kunnen we eventueel meteen door naar 8300 meter voor een toppoging op de 26e. We beseffen dat de kans erg klein is dat het goed uitpakt maar willen graag de gok wagen. Bij slecht weer komen we echt wel de berg af.
Gek genoeg lijkt het alsof we weinig begrip krijgen van beneden. Het is alsof de rest van de expeditie eigenlijk niet wil dat we omhoog gaan. Op zich kan ik me dat wel een beetje voorstellen. Zeven hebben het al moeten opgeven, vaak al geruime tijd geleden. Frits en Paul zijn natuurlijk ook klaar met de berg. Dus iedereen, behalve wij, wil de expeditie opdoeken en wieberen. Alleen vertraagt onze toppoging niemands vertrek. De yaks die materiaal van ABC naar Base Camp vervoeren zijn geboekt voor de 31e. Onze toppoging verandert daar niets aan. Toch horen we waarschuwingen over 'summit fever' en 'grote kans op bevriezingsverschijnselen'. Alsof we zelf niet begrijpen dat de omstandigheden hoogstwaarschijnlijk niet een toppoging toelaten.
We voelen ons sterk en willen het onderste uit de kan halen. Mike en ik scheuren omhoog. Het is ongelofelijk maar ik voel me, ondanks de eerste toppoging nog vers in mijn benen, beter dan ooit. In 5:05 uur loop ik omhoog naar het North Ridge Camp, twee uur sneller dan normaal. We stoppen daar om het nieuwe weerbericht te ontvangen. Hopelijk hebben ze zich gisteren allemaal vergist en verbetert het weer. De voortekenen doen anders vermoeden: de wind is ondertussen wel opgestoken naar 35 knopen, de Rongbuk-vallei onder ons vult zich snel met wolken, hoge aambeeldvormige wolken. Geen goed teken.
Het weerbericht kon inderdaad niet erger. We gebruiken verschillende internet modellen: een Engels, Zwitsers, Zweeds, Amerikaanse luchtmacht, de Amerikaanse marine, Russel Bryce's ballonvaartvrienden. Vaak zijn er aanzienlijke onderlinge verschillen maar nu niet. (Bijna) unaniem voorspellen ze 40 knopen wind met vlagen van 50-60, dwars op de graat. Dat is veel teveel voor een toppoging. Je moet onder andere ongezekerd over een twintig centimeter brede graat lopen met aan weerszijden een diepe afgrond. Op zich geen probleem maar niet met zeer heftige rukwinden. Daarnaast is ook de kans op bevriezingen aanzienlijk. Wachten op beter weer is ook geen optie. De wind neemt in de komende dagen alleen maar toe.
Als we inderdaad geloofwaardig willen zijn en aantonen dat we geen 'summit fever' hebben moeten we afdalen. Dat doen we dan ook, maar niet voordat we nog even genoten hebben van de elementen. Ik ga er even voor zitten. In alle opwinding om de top te halen heb ik nooit zo het landschap in me opgenomen. Door de berg boven je vergeet je bijna hoe hoog je zit. Maar het uitzicht is groots: de Cho Oyu (8201 meter), die ik drie jaar geleden beklom, links tegenover me. Indertijd lukte het nèt op de allerlaatste dag van het seizoen, nadat we vier dagen op 7200 meter wachtten tot een storm ging liggen. Stiekem hoopte ik voortdurend op een dergelijk wonder bij Everest maar het mocht niet zo zijn. Recht voor me ligt Base Camp. Daar zit Joke, een goede reden om af te dalen. Ze heeft het zwaar genoeg gehad de afgelopen dagen. Rechts zie je de Tibetaanse hoogvlakte. Dit uitzicht vergeet ik nooit meer.
De British Army expeditie zit voor dezelfde moeilijke keuze. Ook Mick, Lionel en Tom zien de kans om hun droom te vervullen vervliegen. Ook voor hen is het slikken. De expeditieleider, Ian, moet al zijn overtuigingskracht gebruiken om ze te vermurwen. Marianne en Renate zijn pragmatischer: zodra ze het woord jet-stream horen, dalen ze af.
Het weerbericht bestaat slechts uit een paar haastig neergekrabbelde cijfertjes op een papiertje. Maar het is onontkoombaar. Langzaam dringt de waarheid tot ons door: ook deze toppoging gaat niet lukken. De berg laat het ons niet proberen. En het is ook meteen definitief. Geen verdere kansen meer. Einde verhaal."
terug
naar archief
|