terug naar archief

26 mei 2000 - Steven Le Poole

Wakker worden met een kater

"Het is definitief over. Twee keer moeten terugkeren. De berg heeft me niet de kans gegeven om te laten zien wat ik in me had. Vreselijk jammer maar dat is Everest.

Afdalen was helaas ook nu weer de goede beslissing. De lucht ziet er winterachtig grauw uit en het waait keihard. Onze sherpa's, Manbatur en Kawang, moeten op hun knieën afdalen over de North Ridge, zo hard waait het. Een toppoging zou vandaag onmogelijk zijn geweest. Wachten op goed weer op 8300 meter is ook geen optie. Je kan niet te lang rondhangen op die hoogte. Later blijkt een Spanjaard het geprobeerd te hebben op de 28e, onze theoretische topdag. Hij heeft moeten bivakkeren boven de Second Step en heeft zware bevriezingsverschijnselen. En dan mag hij nog blij zijn dat hij het heeft overleefd.

We mogen niet klagen. Van de twee kaaskoppen (Frits en ikzelf) heeft één de top gehaald en de ander twee keer bijna. Dat is heel netjes voor de Everest North Ridge met een slaagkans van 15 procent. Ik troost mezelf met de gedachte dat ik weliswaar meerdere keren ontzettende pech heb gehad maar dat geen enkele keer fataal is geweest. Ik heb 'alleen maar' de top gemist, hoe zuur dat ook voelt. De berg ligt vol met stoffelijke overschotten van degenen die 'harde' pech hadden.

Vroeg opstaan, spullen pakken en wegwezen naar Base Camp. Daar zit Joke erg opgelucht te zijn dat ik in ieder geval niet meer omhoog ga. Voor haar is het stressen over. Gek idee: gisteren zat ik nog op 7800 meter te hopen op een (weer)wonder. Nu Mike en ik afgedaald zijn is de expeditie definitief over. We denken weer aan ons leven in Nederland. Ik verheug me erop om mijn vrienden en familie thuis weer te ontmoeten. Vrijdag hopen we vrienden te ontmoeten in Singapore, zaterdag het pensioensfeest van Joke's vader te vieren en zondag logé's uit San Francisco te ontvangen. Zalig."

terug naar archief