|
terug
naar archief
2 april 2000 -
Steven Le Poole
Foster Parents
"Joke en ik hebben een zwak voor Foster Parents. Wij hebben al jaren een kind in Bolivia, Ramiro Huanco, en Nadjatta in Nepal. We vinden het altijd geweldig om hun operaties te bezoeken. Vier jaar geleden bezochten wij Ramiro en dat was een geweldig succes.
Nepal ontwikkelt zich uit een grote achterstandspositie. Het land was een bundeling van zichzelf gekeerde koninkrijkjes. Tot 1951 was er zelfs maar één school in Nepal. Tien jaar geleden ging nog geen 40 procent van de jongens en meisjes naar school en meisjes nog veel minder. De laagste kaste, de onaanraakbaren, ging al helemaal niet naar school. Families van zes kinderen waren heel gewoon.
Foster Parents werkt al dertien jaar in Nepal en helpt ruim 50.000 kinderen hier. Ze zijn inmiddels vertrokken uit Kathmandu nadat ze daar tien jaar 18.000 kinderen begeleidden. De nood was hoger in de bergen en in Kathmandu hadden ze een redelijke levensstandaard bereikt. Zo bezochten wij een Foster Parents Gemeenschap in Kiltipur waar Foster Parents al drie jaar weg is. Dit is natuurlijk de ultieme vuurproef voor een non-gouvernementele organisatie, zoals liefdadigheidsorganisaties tegenwoordig heten: Hebben ze een duurzame verbetering teweeggebracht?
Onze gids, Gajendra, die al vijftien jaar bij Foster Parents werkt, laat ons de operaties zien. In Kiltipur, dorp van 25.000 inwoners, zijn ze met vlag en wimpel geslaagd. De negentien scholen, watervoorziening, toiletten, geplaveide wegen, medische adviescentra, bibliotheken en een ambulancedienst staan er goed bij en worden duidelijk allemaal goed gebruikt en onderhouden. We ontmoeten de burgemeester die ons apetrots rondleidt langs de projecten.
Het eerste project was watervoorziening. Omdat de stad op een heuvel lag was er geen bronwater. Foster Parents bouwde met de lokale bevolking een pijplijn van drie kilometer en een reservoir. Ook de scholen zien er piekfijn uit. Kinderen studeerden er voor hun eindexamen. Eén school was speciaal voor de onaanraakbaren omdat ze eerst niet toegelaten werden op andere scholen. Hij groeide ieder jaar en nu zitten er studenten van alle kasten. Er is zelfs een opvangcentrum voor geestelijk gehandicapte kinderen. Daarnaast zijn er meerdere medische centra gebouwd waar mensen voorlichting krijgen over voeding hygiëne, anticonceptie enz. Met andere woorden: er is veel vooruitgang geboekt. Bijna ieder kind gaat naar school, families zijn zelden met meer dan drie kinderen.
Onderweg spreekt een jongen ons aan die ons Nederlands herkent. Hij draagt een Gasunie jack en een Grolsch T-shirt. En verdomd: hij was een Foster Parents-kind van een familie Elsman uit Heiloo. Dankzij Foster Parents kon hij naar school gaan en hoopt hij een opleiding voor hotelmanager te volgen. Hij wordt dolenthousiast als hij hoort dat wij van Foster Parents zijn. 'Hou chaaad et med iau?' (hoe gaat het met jou) weet hij vrij goed uit te spreken.
Dit was een geweldige manier om de lokale bevolking te ontmoeten en te zien wat ze bezighoudt. De gemeenschap in Kiltipur heeft binnen een decennium een vooruitgang geboekt die normaal eeuwen zou beslaan."
terug
naar archief
|